Pedagogische opvattingen
In een school bestaan allerlei meningen over wat goed onderwijs is en hoe onderwijs ´moet´ worden gegeven. Daarbij is de laatste tijd een verschuiving opgetreden van alleen het doorgeven van kennis naar een bredere taakopvatting van docenten. De opvoedkundige dimensie krijgt daarbij steeds meer aandacht. Naast een vakinhoudelijke, een didactische en een organisatorische professionaliteit, is er dan ook een pedagogische en een reflexieve professionaliteit te onderscheiden (www.waarden.org/studie/hoeken/2artikelen/herontdekking).
Een professionele leraar denkt na over zijn manier van werken (reflexieve professionaliteit). Daarbij houdt hij rekening met de diversiteit aan opvattingen van ouders, collega’s en schoolleiding, maar daarin maakt hij dagelijks eigen keuzes. En daarbij is het goed om te weten dat opvattingen nooit af zijn: juist in het onderwijs ontwikkelen mensen zichzelf en anderen!
Een leraar blijkt om verschillende redenen aandacht te geven aan zijn pedagogische opdracht: didactische en sociaal-maatschappelijke. Leren in een groep gaat beter als de groep het eens is over een set van gedragsregels, gebaseerd op gemeenschappelijke waarden. Voortdurend verschil van mening hebben over wat wel en niet mag of kan, belemmert het leren. En maatschappelijk gezien is een school de plaats waar mensen als vanzelfsprekend in aanraking kunnen komen met maatschappelijk belangrijke waarden en normen. Veel scholen formuleren daarom in hun schoolgids een pedagogische visie.
De pedagogische opvattingen van een school als geheel vormen geen statisch reglement. Ze zijn eerder de optelsom van opvattingen van betrokkenen bij het onderwijs aan die specifieke school. Maar tegelijkertijd zijn ze zeker niet vrijblijvend. Een (rk of pc) school is gesticht op basis van een visie, oorspronkelijk een visie van betrokken ouders. En ook al kennen we tegenwoordig veel scholen die deel uitmaken van een groter bestuurlijk verband, het zou zeer onwaarschijnlijk zijn als al die scholen in dat verband uit de voeten zouden kunnen met eenzelfde, eenduidige set van opvattingen over onderwijs.
Uiteraard is het de taak van een bestuur om de kaders aan te geven waarbinnen het onderwijs gegeven wordt. Het is de taak van de schoolleiding om de speelruimte binnen die kaders te bewaken en het personeel in staat te stellen het eigenlijke werk te doen. En het is de taak van het team om concreet vorm te geven aan die opvattingen in de dagelijkse schoolpraktijk. Dat kan alleen op een professionele manier gebeuren als die opvattingen met enige regelmaat worden besproken. Dat zou goed kunnen door de agenda’s van vergaderingen niet altijd alleen te laten bepalen door de vele praktische zaken die om aandacht vragen, maar bewust ruimte te maken voor het gesprek over ieders opvattingen over het onderwijzen en opvoeden van kinderen/ jongeren en de consequenties van die opvattingen voor de praktijk van het onderwijs. Bij de Algemene Onderwijsbond is de brochure ´Bouwstenen van een bijzondere leraar´ te bestellen, die als documentatie en hulpmiddel kan dienen bij zo’n gesprek.
Uiteraard mag dan ook best kritisch worden gekeken of alle opvattingen wel passen binnen de kaders die voor de school gelden, of dat er moet worden bijgestuurd. Maar ook zal blijken dat je elkaar kunt inspireren vanuit je persoonlijke overtuiging, die immers, zeker in het persoonlijke beroep van leraar, de praktijk in hoge mate beïnvloedt.