Kerk
Het woord kerk komt oorspronkelijk uit het Grieks en betekent huis des Heren. In die betekenis is een kerk een aan de christelijke eredienst toegewijd gebouw. Daarnaast kan met kerk ook bedoeld worden een gemeenschap van christelijke gelovigen: een kerkorganisatie.
Vanaf de tijd dat keizer Constantijn de Grote in 313 het christendom bij het Edict van Milaan erkende als een van de toegestane godsdiensten in het Romeinse rijk, worden er kerken gebouwd. In het begin krijgen die de vorm van de grote Romeinse gebouwen: de basilicavorm met een rechthoekige zaal. Later ontstaan de kruiskerken, die vooral in West-Europa gebouwd worden, en de centraal bouw, die vooral in het Oost-Romeinse Rijk en na de Reformatie door de protestantse gemeenschappen worden toegepast. In de loop de tijden zijn er uiteraard verschillende bouwstijlen ontstaan, aangepast aan de mode van de tijd. In de tweede helft van de middeleeuwen zijn dat de romaanse en de gotische stijlen. De protestantse kerken worden vooral gekenmerkt door een sobere, classicistische stijl. De katholieken hebben vanaf de zestiende eeuw hun kerkgebouwen juist rijk versierd en hanteren daarvoor lange tijd de barok- en rococostijl en in de negentiende eeuw de neogotische stijl.
Kerken als gemeenschappen van gelovigen kunnen plaatselijk georganiseerd zijn en kunnen ook een groter verband vormen. In de meer democratisch georganiseerde protestantse kerken ligt het accent op de plaatselijke gemeenschap, waarbij bijvoorbeeld de aanstelling van de dominee de verantwoordelijkheid van de gekozen kerkenraad is. In de rooms-katholieke kerk is een centralistische organisatie ontwikkeld. Het hoogste gezag ligt niet bij de gelovigen, maar bij de paus en de bisschoppen. Zij vormen het leergezag en bepalen dus wat wel en niet voor waar wordt aangenomen. Zij stellen ook de regels binnen de kerk op, die zijn opgeschreven in een kerkelijk wetboek. En zij organiseren de opleidingen voor priesters en zorgen voor de benoemingen van parochiepriesters, de pastores.
Het aantal kerkorganisaties is groot. De ene kerk van Christus is uiteengevallen in de rooms-katholieke kerk en verschillende oosters-orthodoxe kerken. In de zestiende eeuw is door de Reformatie een groot aantal nieuwe protestantse kerkorganisaties ontstaan van anglicanen, lutheranen, calvinisten, baptisten, vrijzinnigen etc. Vooral in Nederland is door de grondwettelijke vrijheid van godsdienst en de scheiding tussen kerk en staat een hele waaier van kerkrichtingen ontstaan. Bijna voor elk wat wils.